Dit weekend mag de Global Champions Tour van Jan Tops eindelijk van start gaan met hun Global Champions League. Een soort Nations Cup, maar dan met teams ipv landen. Het stond al eerder op de kalender, maar mocht niet doorgaan vanwege disputen met de FEI.
Dat het concept van de Global Champions League zal werken bij een « mainstream » publiek – zoals de organisatie het laat verwoorden in het artikel van Noelle Floyd – valt nog te bezien. Wat ik wel weet, is dat er enkele zaken in verwerkt zitten die de FEI al véél eerder moest gezien hebben. Het is er misschien zelfs nu gewoon te laat voor.
Om aan de Global Champions League te mogen deelnemen, moet men in een team zitten van minimum twee ruiters. Dat team wordt aangevoerd door een team-eigenaar. Het is een nobele poging om het kluwen aan ruiters en paarden van de jumpingsport een meer herkenbare toets te geven.
Want zie je, dit is het probleem nu eenmaal om onze sport « populair » te maken bij het mainstream publiek. (Heb je even tijd, en volg je me tot onderaan dit artikel?)
Een gewone mens gaat overdag werken en maakt pas tijd voor zijn sport in het weekend of op zeldzame avonden. Als men eens voor de buis zit om een nieuwe sport te bekijken, dan moet het snel uitgelegd kunnen worden: « dit zijn alle deelnemers, dit zijn de grote favorieten, dit zijn de underdogs, en van deze moet je niet veel verwachten ». Dat zijn de ingrediënten voor een aandachtig kijkerspubliek (niet het spel is het belangrijkste, maar de spelers), en dat kunnen we amper met onze (jumping)sport. Bullshit, hoor ik je denken? Wacht nog even…
De populariteit van een bepaalde sport hangt af van de populariteit van zijn pionnen die het spel spelen. Ik hoef het u niet te vertellen dat quasi elke federatie geen hoge toppen scheert. De voetbalfederatie, de wielerfederatie, de atletiekfederatie, … en ga zo maar door. Allemaal worden ze al eens door het slijk gehaald. Daar zit dus niet het geheime ingrediënt om een sport populair te maken. Wat wel opvalt bij elke « mainstream » type sport, is de populariteit van zijn spelers. Voetbal kent iconische en historische voetbalclubs zoals Manchester United, Bayern München, Real Madrid, … de Formule 1 kent al jaren het rood van Ferrari en het zilver/zwarte van Mercedes.
Waarom teams belangrijker zijn dan individuen (voor de sport)
Stel u nu even voor dat het wielrennen geen ploegen had, of de renners behoorden wel tot een ploeg maar het werd nooit vermeld. Zou het even leuk volgen zijn? Ik betwijfel het… ja, de koers kent individuele grootheden, maar dat is enkel goed voor de geschiedenisboeken. Op het moment zélf, als de fans « gemaakt » worden en voor de tv zitten, dan telt herkenbaarheid. Een ploeg zorgt voor die herkenbaarheid: elke renner koerst individueel, maar tegelijkertijd ook voor zijn team. Ken je als kijker de renner niet die daar als een duivel uit een doosje ontsnapt? Dan ken je meestal wel de ploeg, en dan ga je supporteren, of liever afwachten tot de renner van dat ander team hem terugpakt.
Het is natuurlijk allemaal zo zwart-wit niet zoals ik hierboven vertel, maar ik wil enkel iets duidelijk maken.
Teams bezitten middelen die ze gedurende jaren van activiteit hebben opgebouwd, en gebruiken ze om niet enkel zichzelf maar ook de sport te promoten. (Meestal gebeurt de groei van een discipline op die manier, niet door het spel anders te spelen of in de markt te zetten) Niet enkel middelen, maar ook geschiedenis bouwen ze op. Belangrijke toegevoegde waarde! De pionnen binnen het team veranderen, maar de uitstraling blijft. Zonder deze teams verliest een sport aan herkenbaarheid en emotionele waarde. Belangrijke troeven om het zich populair te maken bij de mainstream fan (waartoe ook de mainstream sportmedia behoren, niet onbelangrijk!)
Dus…
De FEI (én de volledige paardensportwereld) had zich al langer moeten bewust worden over het belang van teams, en die hébben we. Die hoeven we echt niet meer te maken bóvenop onze bestaande structuur zoals de Global Champions League nu probeert te doen. We hebben teams (= stallen), maar ze worden amper vermeld. Zelfs een « mainstream » fan zal na een uitzending nooit weten tot welke stal die ruiter nu behoort.
Had de FEI zijn regels zo aangepast, dat men enkel kon deelnemen aan grote wedstrijden (bvb het wereldbeker circuit) door deel uit te maken van een geregistreerde sportstal met zijn verplichtingen en zijn voordelen, dan stond men nu al vele malen verder. Daar ben ik bijna 100% zeker van.
Vorig weekend won Jonna Ekberg (een Zweedse amazone) de Grand Prix van Flanders Horse Event. Ik had persoonlijk nog nooit van de Zweedse amazone gehoord… maar toen ik tijdens de barrage te horen kreeg dat ze voor Team Stephex rijdt, was ze voor mij zelfs in één klap half Belgisch. Team Stephex is één van de grootste stallen in België met onder andere ex-wereldbeker winnaar Daniel Deusser. Opnieuw, de pionnen van « Team Stephex » (eigenlijk Stephex Stables), zullen in de loop van de jaren veranderen… de naam en uitstraling niét.
Leef je even in, samen met mij:
« Nu in de ring, voor Team Stephex: Daniel Deusser met Cornet d’Amour!«
… de kijkers hebben voor de wedstrijd reeds alle teams met 2 á 3 deelnemers zien voorbij komen op het grote scherm zoals de Formule 1 zijn startersgrid voorstelt vóór elke wedstrijd. Elke combinatie krijgt ook een cijfer mee die toont hoeveel keer hij of zij het team al heeft vertegenwoordigd in de wereldbeker wedstrijden. Na de voorstelling van alle teams komen ook individuele namen voorbij: « de Pro-Am » categorie… de Pro-Amateurs zijn individuele ruiters die niet tot een stal behoren, of niet tot een stal behoren die zich kunnen registeren heeft bij de FEI als wereldbekerteam. Elk team moet immers bewijzen dat het succesvol is, en kan blijven succesvol zijn, om de herkenbaarheid van de sport te garanderen… de Pro-Am ruiters rijden mee, kunnen hun talenten tonen aan de grote teams, of zélf als underdog een podiumplaats in de wacht slepen. Op het einde van het seizoen worden ook prijzen uitgereikt aan de beste/meest regelmatige teams van het seizoen. Er worden teams stopgezet (als officieel geregistreerde sportstal voor het wereldbekercircuit) en er komen teams bij… en zo krijg je elk jaar een strijd tussen de beste, meest iconische échte stallen, maar ook tussen de verschillende ruiters en paarden.
Ok. Bovenstaande is pure fictie, maar zou dit niet makkelijker te volgen zijn voor een « mainstream » fan? In de media zou men dan ook steeds spreken van het team/de stal… de mainstream fan zou elke keer opnieuw dezelfde namen horen bij het zien van dezelfde sport. Zo valt dus het risico weg dat je bijvoorbeeld enkele jaren hoort van een Philippe Le Jeune of Jos Lansink, maar je ze nu zelfs niet meer ziet meerijden voor een groot publiek…
Ik ben benieuwd naar de eerst resultaten van de Global Champions League, maar ik vrees dat het al even geleden, op een hoger niveau had moeten gebeuren.
Wat denk jij? Laat het ons weten in de reacties onderaan!
« Ja maar… sommige sporten kennen toch alleen maar individuele atleten? Dat klopt, en bij die sporten is het bijna onmogelijk om teams te introduceren. Maar let dan eens goed op de sponsors, zo vallen atleten toch weer in bepaalde categorieën: een teamNike, een teamAdidas, enz…«